Tjerk geeft leiding aan Nederland Zoekt. Mooie naam is dat. Niet de pretentie hebben dat je het allemaal al gevonden hebt, maar dat je aan het zoeken bent. Én dat je dat samen wilt doen. Zoeken. Was het Jezus niet die zei: “Als je zoekt dan zul je vinden?”
Tjerk zoekt, en ik zoek met hem mee. In dit gesprek hoor je daar iets van. Hoe we worstelen met de definitie en wat dat dan betekent. Hoe hij dat probeert uit te leven en hoe dat lastig is. Tjerk denkt ergens in concepten en ‘voertuigen’ en soms lijkt dat vaag, maar hij maakt het ook concreet met koffie en buurt-tuinen. Mooi als je die afstand tussen het concept en waar het tastbaar wordt kunt overbruggen.
Er staat weer een mooi verhaal voor je klaar. Geniet, laat je vullen, dank God voor wat Hij doet. En vraag jezelf af wat jij hiervan kan en mag leren.
Luister naar het verhaal als POD cast 🎙️
Interview met Tjerk van Dijk
Mart-Jan: Ik zit hier met Tjerk, we ontmoeten tussen Almere en Maastricht in Eindhoven, we kennen elkaar en zijn vrienden. Tjerk, je bent een pionier, Actief bij Nederland Zoekt, en zelf ook heel actief in je eigen buurt en community. Daar geef jij discipelschap vorm, en ik zie ernaar uit om van je te leren.
Tjerk: Dát is wederzijds! Bedankt dat ik hier mag komen.
Mart-Jan: Om bij het begin te beginnen: Wanneer is discipelschap iets geworden in jouw leven? Waar begint jouw discipelschapsreis?
Tjerk: Dat is een goede vraag. Want is mijn discipelschap nu pas begonnen nadat ik tot geloof ben gekomen of daarvoor al? Dat hangt van de definitie af.
Mart-Jan: Nou, hoe definieer jij het?
Tjerk: Ik denk dat het daarvoor is begonnen. Ik zat er net over na te denken dat er eigenlijk al heel wat zaadjes waren gelegd in mijn leven. Over ‘geloof’, ik was eigenlijk heel erg zoekend. Ik ben pas later tot geloof gekomen, pas rond mijn 30e en daarvoor zocht ik het op allerlei plekken. Ik flirtte met het atheïsme, allerlei filosofie, ik heb gelezen in de Koran, de Bhagavata, ga zo maar door. Van alles en nog wat, ik was echt de zoekende Nederlander, de zoekende Tjerk. Maar er waren allemaal momenten in die reis dat God al aan het werk was terwijl ik dat op dat moment niet heel bewust wist. Pas nu ik achteraf kijk denk ik: “Ow ja, dat zijn echt wel sleutelmomenten geweest.” Dat zijn gekke verhalen, dat is van alles en nog wat.
Mart-Jan: En daarmee zeg jij dan dus dat het startpunt niet een soort van ‘switch’ was die je aanzette of uitzette en dat het daarmee begon, maar je zegt: “Het is een journey die veel eerder begonnen is, al zie ik dat pas achteraf.”
Tjerk: Ja. En als ik kijk naar hoe ik discipelschap vormgeef in mijn leven, is dat ik ervan uitga dat God aan het werk is in mensen. En omdat God aan het werk is in mensen, sluit ik bij dat proces aan. Dan zie je vanzelf wel dingen ontstaan. Bij de een duurt het wat langer, bij de ander is het al meteen. Dan is het meteen raak en willen ze alles meteen weten over Jezus en gaan ze er helemaal voor. Maar het is wel vaak dat je terug kan zien dat God al aan het werk is. Het is soms wel nog de vraag of ze dat aan kunnen nemen, maar God is echt wel aan het werk.
Mart-Jan: Dus het is Zijn missie. Het is Zijn werk, en Hij is allang bezig om ons heen. Is de vraag dan veel meer van: “Zie ik dat?” En: “Sluit ik daarbij aan, durf ik dat?”
Tjerk: Ja, durf ik daarbij aan te sluiten en doe je dat ook intentioneel. Heb je de tijd om te luisteren naar mensen? Kunnen mensen wel dicht genoeg bij je komen, zodat ze ook die verhalen kunnen vertellen? Zitten ze in je leven, zodat het niet alleen maar mensen zijn aan wie je iets kunt vertellen, maar worden ze ook echt opgenomen in je gezin? Zijn het echt vrienden? Zijn het mensen met wie je echt optrekt? Juist in dat soort relaties zie je de Heilige Geest aan het werk.
Mart-Jan: En als ik dat dan weer even terugbreng naar je eigen leven, hoe is dat heel praktisch in jouw eigen leven? Hoe zie je God aan het werk? Waar zie je Hem aan het werk? Je had het over mensen in je gezin laten komen, hoe werkt dat bij jou? Wie zijn jouw vrienden?
Tjerk: Kijk, ik ben tot geloof gekomen, en vervolgens wilde ik heel graag dat wat ik kreeg, anderen ook zouden ervaren. Want ik kwam tot bloei, ik kwam eigenlijk na zoveel jaar zoeken pas tot bloei. Ik ben een laatbloeier. Nadat Jezus in mijn leven gekomen is ben ik pas tot bloei gekomen.
Mart-Jan: Je had het hele palet gehad …
Tjerk: Ja, dan denk ik soms waarom niet eerder hé? Maar ja, ik ben een beetje eigenwijs en ik denk dat God ook wel door dat proces heen mijn hart moest verzachten.
Goed, wat ik merkte is dat ik anderen wat ik zelf ervoer ook gunde. Ik zie dat het vormen van warme communities waar mensen gezien en gekend kunnen worden de plek is voor discipelschap: dát is waar ik groeide als discipel. Dáár merkte ik dat het normaal is dat mensen van allerlei soorten achtergronden onderdeel zijn: zoekers en mensen die het allang ‘gevonden’ hadden om het zo te zeggen, die zijn allemaal onderdeel van de community. En daar ontstaan wonderen, dat mensen tot geloof kwamen, dát was voor mij normaal.
Het was in de context van een wijk in Maastricht - een prachtwijk zoals ze dat noemen - en daar trok ik op met een zilversmid die tegelijkertijd criminele banden had. Die ging allemaal dingen maken voor de community (kruisjes enz), en hij was daar super trots op. Dát is de context waarin ik ging groeien als volgeling van Jezus. Én het is ook de context waarin ik mijn vrouw heb ontmoet. Net daarvoor leerden we elkaar kennen en we zijn dit samen gaan doen. Wij kennen daardoor eigenlijk ook niet anders. Ons leven, vanaf ons huwelijk, is al zo. Mensen komen over de vloer, mijn leven is geïntegreerd. Ook mijn kinderen bijvoorbeeld, die gingen helemaal daarin mee. Het was vanzelfsprekend dat mensen op bezoek komen, koffie komen drinken, dat ze onderdeel zijn van de uitgebreide familie en niet alleen ons kerngezin.
Mart-Jan: Dus: “Je huis open hebben, koffie drinken, eten, dat mensen gewoon in je leven kunnen komen, is dat hoe jij het woord community - een woord dat vaak langskomt de laatste tijd - laadt of definieert?”
Tjerk: Er zijn natuurlijk wel diverse definities van community, maar ik zou zeggen dat de ‘lakmoesproef’ (is het écht community of noemen we het alleen zo) ‘em zit in of de mensen die in jouw leven zijn ook echt vrienden zijn. Niet alleen bezoekers van een activiteit. En dat is zowel zo voor je team alsook voor de mensen daaromheen. Zijn het mensen die voelen als familie en vrienden, misschien een verre neef of zo, want niet iedereen kan zo dichtbij komen, maar het is wel een ander gevoel. Zit je erin voor de relatie of is het een uitnodiging naar een event of een activiteit. Daar zit het verschil van is het een event of activiteit of gaat het dieper en gaat het naar community toe. Dat het een plek is waar mensen hun leven met elkaar delen. Én het evangelie natuurlijk. Zoals het ook in Thessalonicenzen staat: “We hebben niet alleen het evangelie gedeeld, maar ook ons leven”, dát! Daarin zie je dat dat de context is voor discipelschap. Maar dan is het nog wel zo dat je dat intentioneel moet doen. Want de omgeving kan er wel zijn, maar dan blijft natuurlijk nog wel de vraag: “Hoe help je de ander om die stappen te zetten?” Dat gaat niet vanzelf.
Mart-Jan: Ik hoor je dus zeggen: “Je hebt een plek, ruimte, een broedplaats nodig” - ik zoek even naar woorden, “waarin het kan gebeuren”, als in een open huis, eten, vriendschappen bouwen. En tegelijkertijd zeg je, het gebeurt niet alleen maar in het organische. Je hebt ook intentionaliteit en focus nodig. Tools misschien? Vat ik dat goed samen?
Tjerk: Ja, tools. Maar eigenlijk ook gewoon kleinschalige vormen van kerk, waarin mensen gezien en gekend kunnen worden, daar begint het bij. Maar daarvóór heb je nog een levensstijl nodig van het volgen van Jezus, dat je dat wilt, en dat je mensen zoekt waarmee je dat samen kan vormgeven. Daarin heb je met elkaar ritme’s, ritme’s van verbinden, eten, bidden, wat dan ook. Die ritme’s zijn inclusief …
…en je hoort ineens een koffiemachine op de achtergond - want wij drinken samen koffie. Precies!
Daarin - in al die ritme’s - is een intentionaliteit. Zo van: “Met wie trek ik nou op.” Samen optrekken waarbij je je afvraagt: “Hoe kan ik je verder helpen in je proces?” En omdat discipelschap bij mij start voordat je tot geloof komt, heeft dat ook verschillende fases. Voordat iemand Jezus echt aanneemt als Koning, mogen mensen vaak basale dingen leren als: “God is goed en liefdevol” en “God spreekt door de Bijbel heen en door de Heilige Geest” en “Hij is persoonlijk, Hij spreekt echt tot jou.” Op het moment dat je die basis hebt, en mensen zeggen bijvoorbeeld: “Daar wil ik mee aan de slag, ik hou van Jezus. Ik kom onder de indruk van Zijn genade, van Zijn liefde”, dát, dan heb je pas de volgende fase van discipelschap. Dat is van: “Okay, nu heb je dit in je leven, Jezus is je Koning, hoe ziet koningschap er in jouw leven uit?” Hoe help je dan iemand om te kijken van hoe ze geroepen zijn en hoe ze zich kunnen inzetten bijvoorbeeld. Dat betekent niet altijd dat dat bij jouw initiatief is, of zelfs bij jouw denominatie of kerk. Dat staat daar los van.
Mart-Jan: Want dat is niet belangrijk?
Tjerk: Als het gaat om discipelschap is dat niet de kern. De kern is: hoe help je de ander Jezus te volgen. En of dat nou bij jouw initiatief is of bij dat van de ander…, jij neemt een bepaald deel van de reis in en het is niet zo dat die hele reis altijd bij jou is. Juist niet, want dat is heel ongezond. Stel je voor, alles moet dan via die ene persoon (wie dat dan ook maar moge zijn). Als ik alleen de enige vertegenwoordiger ben van Jezus, dan krijg je toch wel een heel vernauwd beeld van wat Jezus volgen inhoudt.
Mart-Jan: Dat denk ik wel ja. Maar je zegt het met een bepaalde fonkeling in je ogen, zo van het gaat dus niet om mijn koninkrijkje in Maastricht of om mijn organisatie misschien wel. Het gaat veel meer om het Koninkrijk van de Koning, dan of iemand wel of niet bij mijn project zit.
Tjerk: Ja, en soms is dat natuurlijk wel moeilijk. Stel je hebt iemand die door een Alpha tot geloof komt, en jij steekt daar heel veel tijd en moeite in, je neemt hem mee in het team, in de community, je investeert en vervolgens maakt hij een keuze en zegt: “Ik heb de ware kerk gevonden, en dat zijn jullie niet - maar ik heb nu de ware kerk gevonden”, en dat is dan bijvoorbeeld een Oost-Orthodoxe kerk waar je minder affiniteit mee hebt. Maar uiteindelijk denk je dan van: “Hij heeft wel de plek gevonden waarin hij Jezus kan volgen op zijn manier.” En dan is het een stuk loslaten. Die jongen is wel tot geloof gekomen, hij is gedoopt - dat deel van de reis heb je ingenomen - maar goed, onze community was niet zijn plek. Hij wilde een plek waar veel meer duidelijke kaders waren, meer kaders. En dan is er ook een andere plek en mag je dus loslaten.
Mart-Jan: Ik kan me voorstellen dat dat ingewikkeld is. Je hebt veel geïnvesteerd in iemand en dan gaat zo iemand ‘weg’. Maar aan de andere kant kan dit natuurlijk ook heel bevrijdend zijn. Dat je dus zegt: “Ik hoef het niet van ‘a’ tot ‘z’ te doen. Ik mag nu oplopen met iemand die God mij geeft en op mijn weg plaatst, voor dit moment - of dit stukje van de reis zoals jij het zei - maar ik mag hem nu weer loslaten, want God laat hem niet los natuurlijk.” Op die manier is het heel bevrijdend, omdat we dus niet vast hoeven te houden op onze eigen plek, organisatie, netwerk. Bevrijdend dus.
Iets anders waar ik nog even op wilde terugkomen. Ik hoorde je al een aantal keer zeggen: “Jezus als Koning.” Je gebruikte dat een aantal keer. Ik kan me voorstellen dat mensen dit lezen en denken: “Jezus als Koning? Hij is toch je Heer? Hij is toch je Heiland?” Waarom gebruik jij het woord Koning?
Tjerk: Goeie vraag!
Koning omdat het in de Bijbel heel vaak gaat over Gods Koninkrijk. En over hoe Gods Koninkrijk eruit zie als Jezus koning is. Als ik zie hoe communities het goede nieuws tastbaar maken ieder op hun eigen plek, vanuit een steeds verschillende context, wow!
Daar gaat het om: “Dat Gods Koninkrijk tastbaar kan worden en dat Jezus daar Koning is.”
Dus aan de ene kant is Jezus Koning van die community, die plek, in die context - Gods Koninkrijk dat daar doorbreekt en dat mensen daar kunnen zien: “Wow, dit is wat het betekent om kerk te zijn. Dit is goed nieuws.” Zo van: “Ik heb altijd gedacht wat kerk is, maar nu weet ik het echt.”
Maar het is ook Koning - en daar zit een stuk overgave in - in mijn leven. Daar zit overgave in. Wíl ik leven uit overgave? Wil ik leven uit dat Hij koning is en dat ik Hem gehoorzaam ben? Dus die tweede fase van discipelschap, het willen gehoorzamen. “Als God goed is” - daar gaan we vanuit. Want je kunt ook God gehoorzamen als God bijvoorbeeld boos is of heel rechtvaardig of heel streng. Maar dan krijg je wel een ander soort discipelschap. Ik zoek naar het discipelschap waarin Jezus Koning is, een liefdevolle Koning, een dienende Koning, een Koning die naar je kijkt en naar je omziet en die weet wat jij nodig hebt. En dat is natuurlijk voor iedereen persoonlijk. Daarin hebben wel als Nederland zoekt tools ontwikkeld. Vooral voor die fase waarin je zegt: “Ik neem Jezus aan.”
Waar je bijvoorbeeld in een Alpha goede tools krijgt zodat, je kunt zeggen: “Ik maak een weloverwogen keuze. Nadat ik alle informatie heb gezien op een plek waar ik helemaal vrij mag zijn. Nu kies ik voor Hem.” Maar je komt dan in een volgende fase waarin je je afvraagt: “Hoe geef ik dat dan vervolgens vorm?”
Mart-Jan: Dus het ene is het omdraaien naar Jezus toe - dat zou je bekering kunnen noemen.
Tjerk: Ja, en dan is het vervolgens van: “He, hoe ben ik nou onderdeel van…” Daar heeft Nederland Zoekt tools voor. En die tools helpen je bij vragen als: “Hoe leef ik vanuit rust?”
Mart-Jan: Want Jezus zei: “Kom bij Mij en ik zal je rust geven.”
Tjerk: Of bijvoorbeeld: “Hoe leef ik in balans met God, mijn community maar ook de mensen om me heen?” Boven - binnen - buiten, hoe doe ik dat? Hoe geef ik dat persoonlijk vorm en hoe doe ik dat als community? Of : “Hoe geef ik mijn lessen door aan de anderen?” Dat soort tools. Daardoor krijgen mensen ook gedeelde ‘taal’, want discipelschap is ook best wel een containerbegrip. En daar kan je van alles instoppen - wat je maar wilt. En wij geven eigenlijk tools die dat allemaal wat concreter maken in het ‘hoe’.
Jezus is uiteindelijk natuurlijk dé discipelmaker. Hij is het voorbeeld - Hij is de ‘Tool’. Het is niet maakbaar, maar wij geven christenen tools om anderen te discipelen.
Mart-Jan: Als ik je dat hoor zeggen denk ik: “Nee, het is niet maakbaar, maar tegelijkertijd zijn er wel elementen die een omgeving of cultuur creëren waarin discipelschap floreert. Dus dingen die het ofwel gemakkelijker maken of dingen die het moeilijker maken.
Tjerk: Ja, de boeken van Nederland Zoekt bijvoorbeeld. Die geven inzicht, een soort ‘aha-moment’. Zo van: “Ow ja, dit wist ik eigenlijk allemaal wel, maar nu wordt het ineens inzichtelijk gemaakt.” Het is niet zo dat we met hele nieuwe dingen komen, maar we maken het gewoon praktisch en concreet. Bijvoorbeeld: “Hoe leef ik vanuit rust, en hoe geef ik het aan de ander door?”
Mart-Jan: En dus is taal belangrijk, want dan kun je het er gemakkelijker over hebben. Ik herken wat je zegt, want “taal creëert cultuur” en discipelschap is over het algemeen een containerbegrip, maar als je daar dus woorden op kun plakken en het kan duiden, dan geeft dat duidelijkheid. Bijvoorbeeld “boven-binnen-buiten’, met die woorden kun je als community zeggen: “Hey, we zijn nu heel veel bezig met boven, maar buiten bestaat ook nog toch?” Dan geeft dat een bepaalde focus, terwijl je het nog steeds over discipelschap hebt natuurlijk.
Tjerk: En dat kan ook in je persoonlijke relaties zijn natuurlijk. Zo van:“Heb ik wel relaties met mensen buiten m’n christelijke bubbel om?” Is dat wel in balans? Of heb ik wel veel relaties met mensen buiten en binnen mijn christelijke bubbel, maar is mijn relatie met God eigenlijk niet aanwezig. Het is dynamisch, welke plek, welk moment, wat heb je dan nodig? Dat zijn tools die je kunnen helpen. Persoonlijk, maar ook tools die jou helpen anderen te helpen. Dus discipel aan de ene kant, ik ben een discipel en ik probeer een levensstijl te hebben waarin ik Jezus volg. Maar ik creëer ook intentioneel ruimte om dat met anderen te doen. Aan de ene kant in mijn eigen leven, mijn gezin en in Maastricht - gewoon met m’n voeten in de modder. Zo. Gewoon in een prachtwijk, en het daar vormgeven. En tegelijkertijd doe ik dat ook met Nederland Zoekt, dan help ik kerken of leiders om door dezelfde processen heen te gaan. Om dat vorm te geven. En dat verschilt natuurlijk van plek tot plek - dat hangt af van de hulpvraag.
Mart-Jan: Altijd weer afhankelijk van de context.
Tjerk: Altijd kijken naar de context. Het is altijd contextgevoelig, maar er zijn wel principes.
Mart-Jan: Even over de boeken die nu al een aantal keer langskomen, die beveel ik van harte aan.
Je zei net al even: “Ik ben enerzijds discipel, maar anderzijds ook discipelmaker.” Dat zijn twee dingen die helemaal bij elkaar horen. Ik hoor daar dingen uit de Bijbel in terug als: “Je hebt het voor niets ontvangen geef het ook weer door” of “Wat je ontvangen hebt geef dat ook weer door aan mensen die het ook weer doorgeven” - altijd weer die doorgaande beweging in discipelschap: discipel zijn en discipel-maker zijn.
Hoe doe jij dat?
Tjerk: Dat wil ik graag vertellen, maar dan is het wel belangrijk om eerst uit te leggen hoe ik discipelschap zie en hoe dat vorm krijgt. Je zou het kunnen vergelijken met twee soorten boerderijen. De ene boerderij heeft duidelijke kaders: hekken. En daar zitten de schapen in. De schapen weten: “Ow, ik zit in het juiste vakje, hierin zitten alle schapen die net zijn zoals ik.” En wat daarbuiten is, is of gevaarlijk, buiten is dan eng, of het is een definitie van wie erbij hoort en wie niet.
Mart-Jan: Een ‘in-crowd’ en een ‘out-crowd’ dus. Dat beeld.
Tjerk: En dat kan natuurijk heel subtiel zijn. Bijvoorbeeld hoe je op zondag gekleed bent, dát kan al aanduiden “hoor je erbij, of niet…”
Dan de andere boerderij. Dat is een boerderij zoals je die bijvoorbeeld in Australië hebt. Bij die boerderij is alleen een put geslagen. Een plek met water en voedsel. En de schapen komen ernaartoe omdat ze hongerig en dorstig zijn. Er zijn bij die boerderij geen hekken.
Ik geef discipelschap vorm niet in de eerste versie, maar in de tweede versie.
Namelijk, ik geloof dat God met iedereen waar ik mee optrek aan de slag is en zij komen dan vanzelf wel naar die put, naar het voedsel. Alleen de vraag is niet zozeer of ze helemaal bij de put zijn, of dat ze de kijkrichting naar de put hebben. Dan maakt het niet zoveel uit of ze heel dichtbij staan of nog heel ver weg zijn. Als je heel ver weg staat, kun je net zo goed discipelschap vormgeven als dat je heel dichtbij staat. Voor beide is het belangrijk om intentioneel discipelschap vorm te geven. In die zin is er dan geen verschil tussen iemand die zoekend is of iemand die bijvoorbeeld al gedoopt is en allang in de kerk zit. Eigenlijk zijn we allemaal samen op reis naar Jezus en is het een plek waar het inclusief is, inclusief voor iedereen die die reis wil maken.
Mart-Jan: Dus je hebt dan niet meer de in-crowd en de out-crowd van het eerste voorbeeld, maar het gaat er veel meer om een gerichtheid. Beweeg je naar Jezus toe, of beweeg je van Hem af?
Tjerk: Precies, en als je zegt: “Ik beweeg naar Hem toe,” dan is er heel veel ruimte voor mensen om te kijken hoe beweeg je er dan naar toe. Ik ben altijd verbaasd over hoe exclusiviteit werkt voor mensen.
We hadden recent een high-tea bij Vind en mijn vrouw vroeg aan iemand die voor het eerst was: “Jij kent Tjerk, …” en die persoon voelde al meteen: “Ow, ik moet eerst bepaalde mensen kennen voordat ik welkom ben.”
Mart-Jan: Dat je de juiste mensen moet kennen.
Tjerk: Ja ja - terwijl mijn vrouw gewoon oprecht geïnteresseerd was. Maar het kan al zo subtiel zijn dat zoiets toch voelt als iets exclusiefs. Dat ik er dus niet gewoon mag zijn zonder dat ik bijvoorbeeld Tjerk ken, of wie dan ook.
Mart-Jan: Of je er dus wel of niet bij hoort, kan dus in hele subtiele dingen zitten.
Tjerk: Jazeker.
Mart-Jan: Dat is gelijk een take-way voor de lezer: “Welke dingen zijn er in mijn leven die - onbedoeld en misschien heel subtiel - mensen het gevoel geven: “Je hoort er wel bij, of juist niet.”
Tjerk: En dat heb je niet alleen in je eigen leven, maar natuurlijk ook als kerken. Hoe geef je dat vorm? En voor je het weet functioneer je wel meer volgens die boerderij met die schapen in een hek. Terwijl je droomt van die boerderij met die put.
Mart-Jan: Heb jij zelf iemand met wie je zo optrekt? Heb je daar een voorbeeld van?
Tjerk: Zeker, ik heb een jongen in mijn leven - ik zal z’n naam niet noemen - die ik eigenlijk al sinds ik tot geloof ben gekomen al ken en mee optrek. Voor zover dat gaat discipel ik hem. Deze jongen komt uit het kamp, heeft een Roma achtergrond, is geregeld op een niet positieve manier in contact met de politie en hij heeft een gebroken leven. Maar in dat gebroken leven heeft hij ontmoetingen met ons gezin, met mij, en daarin zijn er altijd momenten waarin hij Jezus ontmoet. Bij hem is het niet informatieoverdracht dat helpt (Bijbellezen enz.) maar vooral muziek. Dus als ik met hem muziek luister, Opwekkingsmuziek of welke muziek dan ook, dan is hij enorm geraakt. Dan gaat hij huilen. Zo diep iss hij geraakt.
Aan de ene kant ontmoet hij daarin Jezus, maar hij weet ook: “Wat er ook gebeurt in mijn leven, de community is de veilige plek waar ik terug kan komen. Dat staat!” Als hij in het ‘hotel’ is geweest voor een paar maanden en ik heb even niets meer van hem gehoord, dan komt hij als eerste naar ons toe. Wij maken dat hutspot - want dat is zijn lievelingskostje. En dan is het weer feest.
Mart-Jan: Hij komt dan weer ‘thuis’ bij jullie.
Tjerk: Ja en dan bidden we voor hem en ik weet: “Hij heeft iets met Jezus”, maar hij is niet het schaapje dat ik in een bepaald kader neer kan zetten, een discipelschapsklasje - dat gaat allemaal niet werken. Dat niet. Maar ik weet: “Hij is op weg met Jezus en Jezus heeft écht wel iets met hem.”
Mart-Jan: En jij als dienaar - als ambassadeur van Jezus - zoals Paulus het zegt, loopt dus met hem op. Je deelt je leven met hem, je bent met hem.
Tjerk: En in het delen van mijn leven merk ik hoe ik discipel ben en hoe ik groei als discipel. Dat ik zie hoe het open huis zijn, het gastvrij zijn, het luisteren naar zijn verhaal, het hem dienen en wijzen, dat helpt mij om Jezus te ontmoeten in mijn eigen leven. Het helpt me om volgeling te zijn. Ik heb die mensen echt nodig om Jezus te volgen. Het is niet zo van: “Nou ik heb Jezus en dan doe ik dit erbij”, nee, ik heb die context en die mensen nodig om Jezus überhaupt te kunnen volgen.
Mart-Jan: Volgens mij is dit een onderwerp waar we nog heel veel interviews over kunnen maken. Over hoe we de marge nodig hebben, mensen in nood nodig hebben, om zelf on-track te blijven. Om zelf gevormd en gevoed te blijven. Gefocust op Jezus, omdat het anders toch weer heel snel gaat om mij en wat ik kan, en dat is het juist precies niet.
Tjerk: En daarom is het ook zo bijzonder, omdat je weet dat God aan het werk is in al die verschillende mensen, en dat je op die manier telkens weer verrast kan zijn. Zo van: “Ow ja, dat had ik niet gedacht, dat het ook zo kon…”
Mart-Jan: Zo onderweg zijn met Jezus is ook een heel verassend traject, heel avontuurlijk. Een heel onverwacht proces.
Tjerk: Ik heb net een Alpha afgerond samen met Proef - dat is ook een community in Maastricht die werkt met Nederland Zoekt - en daar is uit het niets een vrouw gekomen die zei: “God heeft me verteld dat ik hier moest komen …”
Mart-Jan: By-the-way, over hoe God aan het werk is. Wow!
Tjerk: En die heeft na Pasen een heel eigen ervaring gehad met Jezus en met God. Bijna een soort droom en mystieke ervaring, maar zonder context. Dus zonder dat er eerst een gesprek is geweest, of zonder dat iemand het evangelie heeft verteld, zonder Bijbel. Het is ‘gewoon’ Jezus aan het werk. BAM! En nu zit ze erin en is ze haar leven opnieuw vorm aan het geven - dat gebeurt ook. Het is beide, en dat is zo verassend aan Jezus, aan discipelen maken, aan mensen.
Mart-Jan: En dan kom je dus ook weer terug bij wat we eerder zeiden. Dat je bepaalde dingen kunt doen die het gemakkelijker maken, die helpen, maar het wordt nooit maakbaar. Goed werk (soms) volledig buiten alles om dat wij doen. Het blijft Zijn onnavolgbare goedheid in Zijn werk.
Tjerk: En daardoorheen leer ik ook steeds meer om te leven vanuit overgave en te leven vanuit een soort van afwijzing van elke soort van maakbaarheid. In mijn leven, mijn leiderschap, hoe ik organisaties vormgeef of mensen begeleid. Ik wil tot inkeer komen van alle vormen van maakbaarheid. Dat is soms heel subtiel, maar die zijn er wel. Dat ik toch uit eigen kracht wil werken. En tegelijkertijd zijn tools die Nederland Zoekt heeft - de boeken, leervormen, dingen die de vraag beantwoorden: “Ja maar hoe dan?” - die zijn wel behulpzaam. Maar ze zijn nooit het middel waar het om gaat. Ze helpen alleen discipelschap vorm te geven.
Taal vormt cultuur.
En je wilt een cultuur van discipelschap hebben. Die taal kun je intentioneel vormen, maar je weet nooit hoe het gaat uitpakken. Dat is verassend.
Mart-Jan: Een verassend proces.
En een leven vanuit overgave.
