Als ik terugdenk aan het interview met Janneke, denk ik vooral terug aan haar enthousiasme. Je kunt er niet omheen - Janneke staat ‘aan’, is een discipel en leeft dat helemaal uit. Het is gaaf om met zo iemand in gesprek te gaan.
Enthousiasme werkt aanstekelijk.
Ik hoop dat jij dat ook ervaart als je dit interview leest of de podcast luistert. Dat je merkt dat iets in je ‘aan’ gaat. Zo van “Dat wil ik ook.” Of “Hey, maar als het zo eenvoudig is, dan kan ik ook wel…” Dat is precies wat Janneke ook wil, jou inspireren. Hier is het interview:
Luister naar het verhaal als POD cast 🎙️
Interview met Janneke Plantinga
Mart-Jan: Ik ben in Friesland, kijk uit het raam en zie vooral veel groen. Het straalt rust uit en nodigt uit om stil te worden, vanuit die rust en stilte naar jou verhaal te luisteren.
Janneke: Welkom!
Mart-Jan: Janneke, je bent een heleboel. Geeft leiding, ondernemen, docent, visionair, moeder, echtgenoot. Maar je zei net dat je vooral fan van Jezus bent.
Janneke: Ja! Dat laatste is het belangrijkste.
Mart-Jan: Fan van Jezus, betekent dat ook automatisch dat je ook discipel bent?
Janneke: Nee, dat hoeft niet automatisch te betekenen dat je discipel bent, maar het is denk ik wel een van de ‘grondleggers’. Als ik terugkijk dan ben ik altijd ‘fan-van-Jezus’ geweest. Ik ben altijd verslingerd aan de bijbelverhalen geweest. Hij heeft me altijd geraakt, altijd bezig gehouden. Ik heb nooit getwijfeld of Jezus nu wel of niet bestond. Dat is echt wel een fundament onder mijn leven geweest.
Maar fan zijn is niet hetzelfde als discipel zijn. Je kunt bijvoorbeeld iemands muziek heel mooi vinden en altijd draaien, maar dat betekent niet dat je zelf ook goed muziek kan maken en goed kunt zingen. Daar zit wel een verschil.
Mart-Jan: Okay. Dus dan: “Janneke de fan, Janneke de discipel?”
Janneke: Ja - ik hoop het wel.
Mart-Jan: Hoop als in twijfelachtig? Waar begint jouw discipelschapsreis eigenlijk?
Janneke: Laat ik beginnen met “je bent nooit 100% discipel”. Het is een weg van leren. Fan zijn van iemand is dat je precies wilt zijn zoals, maar kijk je naar God en Jezus, die zijn perfect - ik niet. Dus je blijft groeien in discipelschap.
Mijn reis loopt al een aantal jaren. Ik denk zo’n 10 of 12 jaar geleden zag ik een keer een filmpje over ‘Dit is discipelschap’ en door dat filmpje te kijken vielen eigenlijk de schellen van mijn ogen. Dus ik raad iedereen aan te kijken op YouTube naar ‘Dit is discipelschap’, een heel grappig filmpje. Het gaat ook over de grote opdracht “Ga, en maak alle volken tot Mijn discipelen.” Dat filmpje veranderde mijn leven, er ging echt een wereld voor me open. Ik dacht: “Hé, discipelen maken, waarom heeft niemand me dat verteld?” Ik was toen rond de 40 jaar oud en ik dacht hoeveel discipelen heb ik al gemaakt in mijn leven? Precies 0! Dus ik de Bijbel in en lees daar geen vraag, maar een opdracht. Er staat niet “Wil je alsjeblieft als je zin hebt, of als je tijd hebt…” Maar gewoon als in “dat moet je doen” - een opdracht.
Mart-Jan: Écht een opdracht!
Janneke: Ja, echt een opdracht, en ik dacht ik heb dat gewoon verzaakt. Ik heb dat gewoon niet gedaan. Dus ik denk mouwen opstropen en aan de slag.
Mart-Jan: Typeert dat jou dan ook wel? Zo van “mouwen opstropen en gewoon gaan?”
Janneke: Ja, ik ben heel pragmatisch.
Mart-Jan: Wat ging je dan doen? Toen het voor jou duidelijk werd “Hey, het is een opdracht. Het heeft ook relevantie voor mij.”
Janneke: Het eerlijke verhaal is - ik ging heel hard aan het werk, maar dat wil niet zeggen dat het heel succesvol was. Ik had het niet geleerd. In de kerk waar ik zat werd het niet gepredikt, dus ik wist ook niet goed hoe ik het moest doen. Ik ging met name heel hard trekken aan heel veel mensen waarvan ik dacht: “Jij moet discipel worden.” “Trekken aan een dood paard” - je kent het wel, nou ik was de kampioen! Dat was niet heel vruchtbaar. Het is best een lange weg geweest van zoeken, leren, proberen, meer leren, vallen, opstaan en weer gaan.
Mart-Jan: Heb je het dan met name over discipel-maker zijn of over zelf discipel zijn?
Janneke: Volgens mij is het een twee-eenheid. Ik hoorde laatst iemand iets zeggen over de herder en het schaap. Aan de voorkant ben je het schaap en loop je achter de Herder aan. Aan de achterkant ben je een herder en loopt er iemand achter jou aan. Je hoort mensen vaak zeggen: “Ik kan niemand discipelen, want ik moet zelf nog zoveel leren,” terwijl de waarheid is: “Je hoeft maar een stap verder te zijn dan degene die je discipelt, om te kunnen starten”. Het zit gewoon niet in ons DNA. Ik heb het niet geleerd, mensen om me heen hadden het niet geleerd. Maar toen ik op een gegeven moment dat realiseerde (of gelezen of gehoord heb, ik weet het niet meer precies) toen dacht ik: “Ik begin gewoon, laat ik maar gewoon beginnen met wat ik al geleerd heb en laat ik dat maar gewoon delen. Dan gaan we dan wel gewoon kijken wat er gaat gebeuren.” Toen gebeurden er pas dingen.
Mart-Jan: Vertel eens dan? Ik kijk nu naar een Janneke die met stralende ogen zit.Wat gebeurde er dan toen?
Janneke: Nou, levens van andere mensen veranderden. Wat bij mij heel veel impact heeft gehad, is dat ik de Bijbel ging lezen. Ik las natuurlijk altijd de Bijbel wel, bij het eten een stukje, een dagboekje. Gewoon allemaal van die flarden. Maar op een bepaald moment had ik bedacht: “We gaan de Bijbel eens gewoon van kaft tot kaft lezen.” Dus elke dag deden we toen stille tijd (wat ik helemaal niet gewend was en waar ik helemaal niet mee opgegroeid ben). In het begin super lastig om vol te houden, maar doordat we het samen deden lukte het gewoon en toen ging de Bijbel voor mij spreken. Ik dacht: “Hé, het lijkt wel of God dit tegen mij zegt. Hé, wat relevant voor nu, hoe kan dat nou?” En het zoveelste ‘toeval’ dat ik dacht: “Dat kan niet.” Dit moet van God zijn. Dus dat heb ik gedaan en toen dacht ik: “Als dit voor mij werkt, dan werkt dit ook voor andere mensen.” Dus toen ben ik anderen uit gaan nodigen om ook samen met mij de Bijbel te lezen. Dus we zaten toen met een hele groep ouders van tieners (ik had toen zelf ook tieners, en we zaten in een pioniersplek, misschien totaal 12 mensen) en we gingen samen de Bijbel lezen. Bij de een lukte het heel goed, bij de ander wat minder. Maar bij iedereen gebeurde er wat. Bij iedereen vielen de schellen van de ogen en veranderde het leven.
Mart-Jan: Kun je dat praktisch maken? Wat veranderde er dan bijvoorbeeld?
Janneke: Mijn Godsbeeld was een God op afstand. God was Diegene die vroeger leefde, een boek achtergelaten had, maar allemaal uit het verleden. Wat er gebeurde is dat het een levende God werd voor mij. Een God die relevant is. Een God waar ik een relatie mee kan hebben. Een God die naar mij luistert, die mij belangrijk vindt. En als ik een vraag stel ook nog eens de moeite neemt om daar een antwoord op te geven.
Mart-Jan: Een persoonlijke God. Gaaf.
Janneke: Ja, een persoonlijke God. En zo ging het eigenlijk door. Het begon met Bijbellezen. Maar toen ook bidden. Ik kom uit een traditie van de standaard-gebeden, je kent het misschien wel. En hardop bidden, bidden vanuit het hart, moest ik echt oefenen en leren. Jij lacht nu wel, maar ik kon dat eerst echt niet. Ik moest echt de vrijmoedigheid krijgen om in gesprekken hardop te gaan bidden. Dat was natuurlijk hartstikke moeilijk voor mij. Dat kwam er eerst dan met horten en stoten uit, zodat ik me dood-schaamde, maar ik dacht:“Ik wil dit ook, ik ga dit gewoon doen.” En gaandeweg leerde ik zo de kracht van hardop bidden. Hoe bijzonder het is om dat in een groep te doen, met elkaar. Vanuit je hart. Maar ook om de tijd zelf te hebben, die tijd met God. Ik heb altijd wel gebeden - in mijn hoofd. Maar dat was altijd heel eenzijdig. Ik zei tegen God: “Ik heb dit nodig en dat nodig…” Mijn zorgen…
Mart-Jan: Verlanglijstjes?
Janneke: Verlanglijstjes inderdaad! En opeens realiseerde ik me “Wat is dit voor vriendschap die ik met God heb? Als ik een vriend heb die alleen maar praat en ik moet luisteren, ja, dat is niet leuk.” Dus (a) wat dapper van God dat Hij het met me volhoudt en (b) dat Hij mij tijd gunt om tot dat besef te komen. Op dat moment leerde ik dat ik ook moest luisteren naar wat God tegen me wilde zeggen. Dus dat ging ik toen leren en ontwikkelen en vervolgens mocht ik dat ook weer doorgeven en leren aan anderen. Zo was ik weer een stap verder in discipelschap. Zo is mijn weg van discipelschap gegaan. Iedere keer komt er weer een ingrediënt bij en ik weet “ik ben er ook nog lang niet”. Ik leer ook nog steeds.
Mart-Jan: Maar je bent wel Janneke die onderweg is, die ontvangt en die ook gelijk weer doorgeeft?
Janneke: Ja! Klopt, en dat heeft te maken met mijn enthousiasme. Een soort heilig enthousiasme dat God in me heeft gelegd. Dat als ik dan vertel wat ik meegemaakt heb, mensen denken: “Oh, dat wil ik ook!” En dan zeg ik: “Maar dat kan!” Het is niet speciaal voor mij, ik ben niet zo speciaal dat God dat alleen voor mij beschikbaar heeft gesteld. Het is voor iedereen. En dan kan ik dus anderen helpen om het te leren. Ik ben goed om het te ontdekken en te zien “wat werkt, wat werkt niet, hoe moet ik het doen”, anderen zijn daar minder goed in en hebben daar iemand anders voor nodig. En dat vind ik juist heel mooi. We zijn samen het lichaam van Christus, iedereen heeft een taak. Het maakt mij niet machtiger of groter of bijzonder-der, want ik leer juist ook weer heel veel van andere mensen. Ik heb andere mensen nodig om te leren. En zo mogen we samen ontdekken en leren en discipel zijn.
Mart-Jan: Dat is de kracht van sámen! Ik vond het ook mooi dat je dat in het begin al gelijk zei: “Ik ben toen samen met iemand gaan Bijbellezen.”
Janneke: Ja! En eigenlijk was dat toeval. Toeval bestaat niet bij God natuurlijk, maar daarmee liet God zo de kracht zien van samen oplopen. Want alleen hou je het gewoon niet vol. Als er een tegenslag is, dan val je om en dan red je het gewoon niet. En wat God me daarin ook nog geleerd heeft, is dat ik altijd heel druk bezig ben in het koninkrijk, mijn werk, gezin, en dat dat voor mij gewoon andere (losse) werelden waren. Op een gegeven moment maakte God me duidelijk dat kerk-zijn iets van het hele gezin is, dat ik dat moest integreren. Dat ik met mijn gezin moest gaan pionieren en dat heeft echt heel veel impact gehad voor discipelschap. We hebben echt de handen uit de mouwen gestoken, doen wat Jezus deed. Jezus ging niet naar de rijken en naar de mensen die al bekeerd waren. Hij ging juist naar de mensen die niet gelovig waren en het vaak minder goed hadden. Wij hadden ook wel gemerkt dat alle mensen in onze bubbel die wel/niet gelovig waren dat die allemaal geen interesse hadden. Toen sprak God op een vakantie in Schotland tot mij (ik weet het moment nog precies): “Ga met je gezin de achterstandswijk in.” En ik dacht: “Daar heeft mijn man helemaal geen zin in, die ga ik daar niet in meekrijgen”. Ik had al zoveel goeie ideeën gehad waar hij geen zin in had - en dit idee vond ik zelf niet eens zo heel goed, zal ik eerlijk toegeven - maar tot mijn verbazing was hij enthousiast. Hij zei “Oh, interessant,” en voor hem is dat eigenlijk: “WOW, dat is wel een heel goed idee!” Dus toen dacht ik: “Nou, dan moeten we dat maar gaan doen.” Dus we zijn toen met onze kinderen (toen pubers en helemaal klaar met de kerk, want daar waren geen jongeren meer) aan de slag gegaan. Ze vonden het best aardig, en als pubers “best aardig” zeggen is dat best positief.
We staken de handen uit de mouwen en ik ging dat verhaal ook weer overal delen. Niet omdat wij zo fantastisch waren, maar gewoon om te vertellen hoe waardevol het is. Je hoeft soms alleen maar naast mensen te lopen en te doen wat Jezus deed om Hem zichtbaar te maken. Het gaat er niet om dat je op de zeepkist staat en elke willekeurige voorbijganger aanspreekt van: “Heb je al over Jezus gehoord?” Misschien werkt dat voor sommige mensen wel natuurlijk, maar ik denk dat dat bij de meeste mensen anders werkt. Ga maar gewoon meelopen, ga tijd investeren in hun levens, maak tijd vrij. Leer ze kennen. Laat ze je hart zien, dan gaan ze vanzelf wel vragen. Ik heb al zowaar van mensen teruggekregen dat ze zeggen: “Ik zie Jezus door jou heen.” Nou, daar word ik zo klein van, zo nederig, dan kan ik alleen maar zeggen: “Dank U wel Heer, dat U mij zo gebruikt hebt!” Dat is ook helemaal niet mijn doel, ik wil gewoon daar zijn waar God mij hebben wil, en doen wat Hij deed.
Mart-Jan: Zeker. Maar dat is natuurlijk wel een dik vet compliment als mensen dat zeggen.
Ik kan me ook voorstellen dat als je zegt: “We gaan een achterstandswijk in, het is relationeel”, dat is een heel rommelig gebeuren. Dat is niet een strak geprogrammeerd iets, dat is gewoon het leven - inclusief de rauwe dingen - delen. Ik kan me goed voorstellen dat dat ook een heel verassend, avontuurlijk, dol-dwaas proces is. Wat is het gekste dat jij hebt meegemaakt, Janneke?
Janneke: Tja, ik heb zoveel gekke dingen meegemaakt, maar ook zo leerzaam. Wij trokken op met een buddy-gezin. Ze zaten 24/7 in de hulpverlening, ze hadden geen geld, ze hadden alle problemen die je kunt verzinnen meegemaakt. Hun huis was een dikke bende. Wij trokken met ze op zij hadden dus geen rooie-cent. Schuldsanering, 90 euro weekgeld. En dan denk je:“Waar geef je dan je geld aan uit?” Daar heb ik dan een bepaald beeld bij. Maar wat blijkt, ze halen 1x per week patat, en 1x per week pizza of chinees. Dan denk ik: “Hè? Waarom doe je dat nou?” En dan heb je het erover en zeggen ze: ”Ja, iedereen doet dat zo”, want ze wonen natuurlijk in een gewone wijk, waar iedereen dat doet, “en dat hebben wij ook verdiend.” Ik denk a) hartstikke duur, b) niet gezond, maar daar hebben zij een heel ander beeld bij. Op een gegeven moment hielpen we ze verhuizen - geen rooie cent te makken, Stichting Present ingeschakeld om ook te helpen met die verhuizing. Toen was de man van dat gezin naar de Jumbo gegaan om een taart te halen - 17,50 euro van het weekbudget van 90 euro - gewoon om de helpers te bedanken. Dan denk ik: “Dat had niet gehoeven.”
Mart-Jan: Maar hij deed dat wel! En wat zeg jij dan?
Janneke: Dan zeg ik helemaal niets. Ik hen geleerd: “Het gaat om gelijkwaardigheid.” Hij vond het gewoon zo geweldig dat iedereen kwam om te helpen, wie ben ik dan om daar iets van te vinden? Ja, ik vond daar wat van, ik had het anders gedaan, maar het zegt zoveel over zijn goede hart (en het verklaart ook wel waarom hij in de schulden was gekomen). Misschien niet altijd de meest slimme keuzes, maar het was zijn manier om te laten zien: “Ik waardeer jullie hulp.” En dát is natuurlijk fantastisch!
Mart-Jan: Dan kost hem dat een kwart van wat hij deze maand te makken heeft, maar hij wil zijn waardering gewoon laten merken.
Janneke: Precies! Dus dan konden ze misschien geen chinees of pizza halen. Het was echt wel een offer voor hen, maar dat was het hun waard. En er was ook een andere kant. We zaten een keer bij hen, op een zondagmiddag, en we merkten dat het niet goed met hen ging. Ik vroeg toen voor de eerste keer aan hen: “Vind je het goed als we voor jullie gaan bidden?” Ik zei wel vaker dat we voor hen bidden, maar dat deden we dan thuis. En deze keer gingen we het dan met hen samen doen. En ze zeiden: “Ja, dat is goed”, en dat we dus voor hen gingen bidden. Wat er toen gebeurde was gewoon geweldig. Ze waren geraakt, bemoedigd, ik denk dat ze een leven ‘voor’ en een leven ‘na’ hebben. Dat ze ervoeren dat God hen zag. Ze geloofden wel, maar hadden dat losgelaten - het leven was met hen aan de haal gegaan. Echt een heel bijzondere ervaring.
Later hebben we toen Kliederkerk gedaan in de achterstandswijk, in een speeltuin. Daar hebben we zoveel mooie dingen meegemaakt. Er komen gewoon allemaal mensen voorbij die vragen: “Wie zijn jullie?” of “Wat doen jullie?” Allemaal mooie gesprekken. Allemaal positief!
Mart-Jan: Mooi dat je dat zegt. En ik pikte ook nog even het oordeel-loze op. Dat je zegt: “Natuurlijk heb ik er een mening over,” maar misschien hebben we dat wel te snel?
Janneke: Jazeker. En ik had dat als eerste. Laten we even eerlijk zijn, ik zeg het dan wel niet, maar ik heb dat als eerste. Ik zeg het niet, maar ben gewoon een mens in een gebroken wereld. Ik heb dat geleerd van de urban express beweging in Engeland. Ik ben daar een paar keer wezen kijken en heb daar verschillende boeken over gelezen en daar staat: “Het gaat gewoon over gelijkwaardigheid.” Het bijzondere van dit gezin is dat we twee jaar met ze hebben opgetrokken en dat ze na die twee jaar hun leven op orde hadden. Wij zijn geen hulpverleners - dat is niet onze achtergrond, maar toen ze verhuisden was dat wel een feit. Er stond toen ook professionele hulp om hen heen, maar wat we terugkregen was dat wij er altijd voor hen waren - onvoorwaardelijk - zonder iets van hen te verlangen. Dat maakte dat ze hun leven op orde kregen. Daar ben ik echt zo verbaasd over. Dat zegt wat mij betreft iets over de grootsheid van God.
Mijn eerste natuur is - heel eerlijk - we gaan dat huis opruimen en de problemen oplossen, hoeveel schuld is er nog en dan ga ik kijken of ik die schulden voor jullie af kan lossen, zodat jullie weer goed kunnen beginnen. Dat zegt mijn hart, mijn echte ik. Maar ik had geleerd dat je ze daar niet mee helpt. Ga maar naast ze lopen en wacht maar af wat ze nodig hebben. Loop met ze mee en laat ze zien hoe jullie je leven leven, hoe jullie met je kinderen omgaan, hoe jullie met je financiën omgaan. Vertel, deel, maar neem het niet over.
Mart-Jan: Zeg je dan ook:“Discipelschap is niet zozeer de problemen van de ander fixen, maar veel meer met de ander oplopen en daarin een voorbeeld zijn?”
Janneke: Ja! Nou, voorbeeld weet ik nog niet eens, ik ben echt niet altijd een heel goed voorbeeld. Ik doe ook hele slechte dingen, maar wel door er gewoon te zijn - er onvoorwaardelijk te zijn. Dat als de nood aan de man was (en dat was er nogal eens), dat wij er dan waren, er was dan altijd gelijk even contact. “Hoe gaat het met jullie? Kunnen we iets doen?” Soms konden we niks doen, dan zei ik gewoon: “Ik ga voor jullie bidden dat het snel opgelost mag worden.” Dat stukje, daarmee kan je al hét verschil zijn. In de tijd waarin we leven en waarin het vooral gaat om ‘what’s-in-it-for-me’, zeker bij dit soort gezinnen, want zij leven in dezelfde wereld natuurlijk, dan is het er gewoon zijn zo’n groot cadeau om te geven. Daarmee heb je echt enorm veel impact.
Mart-Jan: Allemaal ‘golden-nuggets’, gewoon dat beschikbaar zijn. Er zijn. Het onbaatzuchtige. Prachtige dingen om mee te nemen.
Discipelschap - en jij zei het aan het begin al even - het is enerzijds discipel zijn en aan de andere kant discipelen maken. Het is dat beeld van het schaap aan de voorkant en aan de achterkant de herder. En dat mag gelijk opgaan met elkaar. Je hoeft niet eerst heel lang schaap te zijn voordat je een ander mee kunt nemen. Dat ‘doorlopend-discipelschap’ zoals ik het noem, hoe doe jij dat? Welke dingen zijn daarin belangrijk? Dit is hoe het start, of…
Janneke: Wat ik heel vaak zie is dat heel veel mensen wel discipel willen zijn en een andere herder willen volgen. De kerken zijn vol, conferenties worden beter bezocht dan ooit. Dus dat mensen hun eigen inspiratie ophalen, leren en ontwikkelen. Dát hebben de meeste christenen heel goed op orde. Alleen die achterkant, voor wie wil ik tijd vrijmaken, met wie wil ik optrekken - ik denk dat daar dé grote kans ligt. Mensen maken dat te groot, maar je kunt het beter klein maken. Begin maar gewoon ergens. Ik ben gewoon begonnen door aan God te vragen: “Heer, waar mag ik dienen? Waar wilt U mij hebben?”
Mart-Jan: Dus je maakt dit klein door dit gewoon te bidden? “Here God, waar mag ik dienen?”
Janneke: Ja.
Mart-Jan: En dan?
Janneke: Nou, dan gaat Hij wel spreken. En Hij zegt natuurlijk niet altijd wat ik graag horen wil, maar uiteindelijk volg ik Hem wel. Ik doe wel wat Hij van mij vraagt. En doordat ik Zijn stem heb leren verstaan, merk ik dat het ook gemakkelijker gaat en zit ik sneller op de goede plek.
Je zei net even iets over ons huis. Wij wonen hier nog niet zo heel lang, ongeveer vijf jaar. God heeft ons dit huis echt aangewezen, ik heb daar een profetie overheen gekregen dat we in deze straat en in de lokale kerk mochten gaan dienen en ik was heel nieuwsgierig. Wij gingen dit huis verbouwen en ik zei tegen God: “Wie, wat waar?”, mijn handen jeukten. Maar God gaf ons eerst tijd om het huis gewoon af te maken zodat we vanuit de rust mochten starten. Toen we dit huis kochten - en zo gaat dat in een dorp - hoort een collectebus. Bij dit huis hoort de collectebus van de Kankerbestrijding. Dus elk jaar loop ik met de collectebus van de Kankerbestrijding. Dat vind ik echt vreselijk, ik vind dat echt zo’n vooroorlogs initiatief, ik denk dan: “Kan dat niet handiger in deze tijd?” Maar dat hoorde gewoon bij dit huis. Dus ik denk “Vooruit, ik ga dat doen.” Altijd dezelfde kant van de straat. Het eerste jaar dacht ik nog: “Leuk, zo leer ik mensen kennen”, tweede jaar was het leuker. Toen zeiden mensen ”Hey, daar ben je weer.” Het derde jaar had ik er geen zin meer in, en ik zei tegen God: “Dit is de laatste keer.” En toen gebeurden er allemaal wonderen onderweg. Bij iemand lag de partner op sterven, iemand anders had net iets meegemaakt en die mocht ik dan bemoedigen. Weer iemand anders zei: “We keken er al naar uit - het is weer de week van, Janneke komt weer langs. We willen zo graag even iets met haar delen… Ik denk: “Ow ja, God gebruikt het gewoon om in de straat actief te zijn.” Op die manier leerde ik mensen in de straat kennen. Ik zei tegen God: “Heer ik denk dat ik een kring in de straat mag beginnen, om met mensen in de Bijbel te duiken, wilt U me laten zien welke mensen ik daarvoor uit mag nodigen?” En Hij wees toen drie stellen aan…
Mart-Jan: Wacht even, je zegt zo gemakkelijk “God wees drie stellen aan”. Maar hoe doet Hij dat dan?
Janneke: God brengt die mensen gewoon op mijn pad. Op een bepaald moment kreeg ik een blessure en ik wist dat iemand in de straat hier een masseur is. Dus ik denk: “Waarom heb ik deze blessure, wat raar”, het was in Corona-tijd dus alles was ingewikkeld, dus ik dacht: “Ik vraag het gewoon aan deze buurman verderop, misschien wil hij mijn schouder wel masseren.” Toen raakte ik in gesprek en ik had al snel in de gaten “Oh, deze man, dit stel, hier mag ik mee op gaan trekken.” En zo was er nog iemand, een jonge vrouw in onze straat. Ze was wat zoekend, ik had haar al een paar keer gesproken en ik merkte gewoon “Oh, ik mag haar er ook bij vragen.” Zo was er nog een jong gezin. Zij waren hier net nieuw komen wonen en ik wist gewoon: “Met deze drie stellen mag ik op gaan trekken”. Een van die stellen zei “nee”, zo gaat het ook. Misschien heb ik het verkeerd gehoord of die mensen hebben een eigen plan getrokken - dat kan natuurlijk ook. God voegde toen via een van die stellen nog een andere persoon toe, zodat we met drie gezinnen op zijn gaan trekken. We zijn gewoon bij elkaar gaan komen, eerst hadden ze heel weinig tijd en ontmoetten we elkaar 1x per zes of zeven weken. Ik dacht van “Tja, wat kan je daar nu in doen?” Maar daarna een keer in de maand, toen werd het al beter. Eén gezin haakte af, dus toen waren we nog met twee onderweg. En weer gebeurde er van alles. Ze kwamen beide bij me en zeiden: ”Janneke, jij bent toch van het bidden?” We hebben gebed voor genezing nodig, kan jij voor ons bidden? Dus ik denk: “Ow ja, zo gaat dat dus. Eerst investeren, investeren, investeren in de relatie zodat ze je genoeg vertrouwen, dat ik genoeg verhalen gedeeld heb.” Ik sloot natuurlijk elke meeting ook wel af met gebed, het ging gewoon steeds een laag dieper.
Mart-Jan: Is het dan ook vooral dat dingen gewoon ontstaan na verloop van tijd, terwijl je gewoon met mensen optrekt? Want ik hoor jou eigenlijk weinig een agenda hebben: zo van ik doe eerst dit, dan dat en dan ‘c’. En dan kom ik aan bij…
Ik hoor je eigenlijk zeggen: “Ik loop gewoon met de collectebus, ik bid, God brengt mensen op mijn pad. En dan gaat het toch weer even anders.” Dat is wat ik je hoor zeggen.
Janneke: Ik denk dat je daar helemaal gelijk in hebt. En ik denk dat dat ook een van de geleerde lessen is. Ik ben heel pragmatisch, ik ben heel goed in plannen maken zo van: “Hoe komen we van A naar B?”Maar ik heb geleerd dat als het mijn plannen zijn, dat ze gewoon niet vruchtbaar zijn, maar dat als je Gods plannen volgt wel. Dan kun je nog steeds van A naar B gaan, maar dan is de weg iets minder zichtbaar.
Vorige week had ik een beeld wat dat eigenlijk heel mooi aangeeft. Ik liep op een weg van klinkers en de weg voor mij kwam zo’n beetje uit de hemel. Die moest nog neergelegd worden. Ik denk: “Volgens mij werkt het zo ook met discipelschap. Je bent gewoon onderweg. Je hebt allemaal klinkers op je weg liggen. Je mag daar op staan. Je hebt dingen geleerd. De klinkers kunnen ook staan voor mensen en gebeurtenissen, en het pad dat voor je ligt ligt gewoon nog open. God heeft daar een plan mee en die weg is recht.”
Natuurlijk luister ik niet altijd goed naar God - dat is ook het eerlijke verhaal, ik trek soms mijn eigen plan en zo leer ik weer - maar Hij stuurt altijd bij. Daarom ligt die weg ook nog niet helemaal klaar, God wil ook bij kunnen sturen.
Mart-Jan: Het is een verhaal in ontwikkeling? Een weg in ontwikkeling. Een soort ‘dans’ tussen jou en God en God en jou, en de samenspraak is dan het gebed. Want dat hoor ik je steeds inbrengen?
Janneke: Absoluut! En dat past totaal niet bij mijn karakter, zal ik je heel eerlijk zeggen. Ik hou heel erg van een begin en een einde, dat ik weet waar we naartoe werken. Dat is ook zo bij het evangelisch Werkverband bijvoorbeeld. Ik vind het heel vervelend dat ik niet heel concreet weet wat we over twee of drie jaar gaan doen. We hebben een de ‘stip op de horizon’ gekregen. Ik werk er nu twee jaar en merk dat God steeds voorziet. Dat Hij geld geeft, ideeën geeft, mensen geeft, en dat dat vaak precies is wat we nodig hebben. Het is voor mij echt een les in vertrouwen en gehoorzamen. Een les in loslaten, echt heel bijzonder.
Mart-Jan: Terwijl je dus zelf discipelen maakt, merk je ook dat God heel erg met jouzelf bezig is en je helpt, terwijl dat soms misschien wel tegen je karakter ingaat?
Je noemde net al even het Evangelisch Werkverband en het geweldige werk dat jullie doen. Je noemde net ook al even: “Ik weet niet waar we over twee jaar staan”, ook eerlijk om dat te zeggen. Maar deze vraag is vooral vanuit jouw persoon: “Als jij droomt over Nederland, binnen de context van discipel zijn en discipelen maken, een beweging in Nederland (je ogen beginnen al te stralen), wat is dan jouw droom voor Nederland?
Janneke: Ik droom dat heel Nederland gediscipeld wordt. En volgens mij is dat niet heel ingewikkeld, maar moet het kwartje daarvoor nog vallen. Want als ik zeg: “Heel Nederland discipelen”, zeg ik niet dat ik dat ga doen. Als ‘we’ - alle christenen - beginnen met drie mensen te discipelen die ook weer drie mensen gaan discipelen, dan hebben we in heel korte tijd heel Nederland gediscipeld. We moeten gewoon gaan beginnen met elkaar!
Mart-Jan: Is dat het kwartje dat moet vallen?
Janneke: Zeker!
Mart-Jan: Dus de actie en de oproep voor de lezer is: ‘Ga’!
Janneke: “Ga, en maak alle volken tot mijn discipelen.” En dat klinkt nu ineens heel gemakkelijk, en vanaf het moment dat ik dat hoorde tot het moment dat ik dat deed en dat het vruchtbaar werd zat ook heel veel tijd. Ik denk dat dat ook de reden was dat ik directeur mocht worden bij het Evangelisch werkverband. Mensen willen wel, heel veel mensen die ik spreek willen wel, maar ze weten niet hoe. Dan denk ik: “Nou, ik heb nu zoveel geleerd, ik denk dat ik via het EW en ook andere organisaties waarmee ik samen mag werken, mensen dingen aan mag reiken en mag leren.”
Mart-Jan: Praktische tools.
Janneke: Precies! Niet iedereen kan bijvoorbeeld Gods stem verstaan. En dat is toch wel echt heel handig als je mensen gaat discipelen. Het mooie is dat we dat mensen gewoon kunnen leren. Voor mij was dat een weg met vallen en opstaan, ontdekken. Maar ik kan mensen nu tools geven om dat te doen. En bijvoorbeeld ook het stukje naar buiten toe. Wat is ‘buiten’ en hoe doe ik dat? Dat kunnen we aanreiken en daarmee kunnen we wel de versneller inzetten. Wat mij 10 jaar kostte kunnen mensen nu in misschien 2 -3 jaar leren.
Mart-Jan: Dus je kunt mensen praktische tools geven waardoor die droom werkelijkheid wordt. Zodat het kwartje kan vallen en inderdaad iedereen naast een aantal anderen gaat lopen.
Janneke: En dan zou je nog kunnen zeggen: “Dat is een hele mooie droom voor mij, persoonlijk…” Maar als ik zie hoe God het zegent - hoe alles wat we mogen doen met discipelschap gezegend wordt. Opnieuw met geld, mensen én met impact, dát zie ik echt als een bevestiging dat we op de goede weg zitten. Het EW is niet zaligmakend natuurlijk, we zijn niet de enige die dat doen. Er zijn veel organisaties en ik merk dat heel veel organisaties nu discipelschap op het netvlies hebben en daar word ik alleen maar heel blij van. Je zou ook kunnen zeggen: “Oh, ze komen aan mijn koninkrijk”, maar ik denk: “Nee, laten we het met elkaar doen, want met elkaar hebben we gewoon veel meer impact dan alleen het EW”.
Mart-Jan: En het is natuurlijk ook niet heel gek dat hier zegen op komt. Als dit de laatste woorden van Jezus zelf waren - en dit waren Zijn laatste woorden: “Go and make disciples” - logisch dat Hij daar ook Zijn zegen aan wil verbinden en dat als het ware Zelf aanwakkert vanuit de hemel.
Janneke, tot nu toe een heel doorleefd verhaal. Is er als afsluiting niet iets dat je de mensen mee wilt geven? Iets uit je hart, een gedachte? Iets van: “Vergeet vooral dit niet”?
Janneke: Ga het gewoon doen! Leg alle schroom van je af. Zet gewoon de eerste stap, de eerste stap is het moeilijkst. Doe het niet alleen, doe het samen, en ga gewoon beginnen.
Mart-Jan: Aldus de pragmatist Janneke. Mooi om zo af te sluiten. Heel praktisch advies zo.
